Nationale ombudsman Reinier van Zutphen pleit al langer voor meer begrip van overheidsinstanties voor de schuldenproblematiek.
Het UWV past zijn beleid aan bij beslaglegging op een uitkering om te voorkomen dat mensen in de financiële problemen raken. Ombudsman Renier van Zutphen had daarom gevraagd. Het UWV zal minder streng omgaan met de beslagvrije voet, het bedrag dat uitkeringsgerechtigden overhouden om van te leven.
De Nationale ombudsman noemt de aanpassing van het beleid „een volgende stap in het belang van de burger, maar uiteindelijk gaat het er om dat de juiste beslagvrije voet gehanteerd wordt”.
Nederlanders met schulden moeten genoeg geld overhouden om in hun bestaan te voorzien. Daarom mogen schuldeisers op een bepaald deel van het inkomen geen beslag leggen. Deze beslagvrije voet is geen vast bedrag, maar wordt door beslagleggers als de Belastingdienst per geval berekend. Dan wordt rekening gehouden met bijvoorbeeld woonkosten, ziektekostenverzekering en andere inkomsten.
Alleen liepen die berekeningen van de beslagvrije voet nogal uiteen, concludeerde Van Zutphen eind 2017, omdat niet alle instanties over dezelfde informatie beschikten, bijvoorbeeld omdat uitkeringsgerechtigden niet reageren op de informatieverzoeken van alle beslagleggers. Het beleid van het UWV was dan om het laagst berekende bedrag te kiezen en dat te hanteren. In het nieuwe beleid wordt het bedrag gehanteerd dat berekend is door de instantie die de schuld zal gaan innen.
De Wet vereenvoudiging beslagvrije voet moet de berekeningen versimpelen en standaardiseren, maar die werd tot grote onvrede van de Nationale ombudsman uitgesteld tot 2021. Het UWV noemt de wijziging „een nieuwe stap” op weg naar de invoering van de nieuwe wet.
Uitkeringsgerechtigden kwamen door de verschillende berekeningen van de beslagvrije voet in de problemen, stelde Van Zupthen al in 2017. In een onderzochte klacht leefde iemand „lange tijd onder het bestaansminimum”. Er bleek ruim zeshonderd euro verschil te zitten in de berekeningen van de beslagvrije voet door drie beslagleggers.
Van Zutphen wil al langer dat overheidsinstanties de beslagvrije voet respecteren en meer begrip hebben voor schuldenproblematiek. Volgens een rapport uit dit voorjaar „komen burgers op grote schaal in de problemen doordat géén ofwel een te lage beslagvrije voet wordt toegepast.” Van Zupthen riep toen op tot een ‘behoorlijkheidskader’ om het vorderen van verdere schulden te voorkomen.
Ook moeten schuldeisers beter communiceren en samenwerken. De overheid nam na publicatie van het rapport over de schuldenproblematiek enkele spoedmaatregelen voor mensen met ernstige schulden.